In een tijd waarin duurzaamheid en veerkracht cruciaal zijn voor de landbouw, waardoor lokale samenwerkingen en korte lokale ketens steeds belangrijker worden. In samenwerking met regionale agrariërs, ketenpartijen en kennisinstellingen richt het project zich op het verkennen en ontwikkelen van nieuwe verdienmodellen gebaseerd op kansrijke gewassen.
In eerste instantie wordt er gewerkt met drie hoofdgewasgroepen: vezel-, olie- en eiwitgewassen. Door te investeren in gewasdiversificatie en het verkennen van nieuwe teeltmogelijkheden, streven de initiatiefnemers naar een veerkrachtigere landbouwsector die beter kunnen inspelen op toekomstige uitdagingen, zoals klimaatverandering en biodiversiteitsverlies. De grotere variatie in gewassen zorgt voor een betere biodiversiteit en meer afwisseling in het landschap.
In aanloop naar dit project starten vier akkerbouwers in Noordoost-Fryslân met het aanplanten van de ‘nieuwe gewassen’. Er werd geëxperimenteerd met erwten, veldbonen, zonnekroon en koolzaad. Door het succes van de proeven en het enthousiasme van de deelnemers worden de proeven grootschalig voortgezet.
In de proefvelden wordt onderzoek gedaan naar de groei en ontwikkeling van de gewassen, de economische potentie van de gewassen wordt in kaart gebracht. Ook worden er gewasdemonstraties georganiseerd en worden de agrariërs meegenomen in de te ontwikkelen verdienmodellen. Met als resultaat minimaal twee nieuwe verdienmodellen en het betrekken van maximaal 80 regionale ondernemers.
Het onderzoek wordt uitgevoerd door docenten en studenten van Van Hall Larenstein, Waadrâne zorgt voor de afstemming met de regionale agrariërs. Samen wordt gewerkt aan een toekomstbestendige landbouw die niet alleen economische rendabel is, maar ook bijdraagt aan het behoud van natuur en landschap.
Het project heeft een subsidie vanuit de Versnellingsagenda toegekend gekregen van €197.712,- voor de uitvoering van het project.