We weten al een heleboel over de transitie naar natuurinclusieve landbouw. Echter de versnelling en opschaling van deze transitie is ingewikkeld. Verschillende faal- en succesfactoren hebben invloed op deze transitie. Voor agrarisch ondernemers is belangrijk om in beeld te krijgen wat de belangrijkste kansen en belemmeringen zijn in hun eigen regio. Dit project gaat een aantal boeren helpen om dit scherp te krijgen om zo gericht aan de slag te gaan met natuurinclusieve landbouw.
In het project Gebiedsgerichte kansen voor Natuurinclusieve Landbouw (NIL) wordt gewerkt aan de versnelling van de transitie naar Natuurinclusieve Landbouw door de vier groene hogescholen. Gekoppeld aan het project, wordt voor drie landbouwbedrijven in Noordoost-Fryslân een plan van aanpak opgezet voor het ontwikkelen van een meer natuurinclusieve bedrijfsvoering. De drie deelnemende bedrijven die zich verder ontwikkelen willen in de NIL zijn: Kees van der Bos, Folkert Botma en Evert Veenstra.
Om dit te bereiken worden tools ontwikkeld die de boer helpen om de kansen voor natuurinclusieve landbouw in beeld te brengen op zijn percelen, in zijn bouwplan, in de bedrijfsvoering maar ook verder in de keten. Als resultaat van het project ligt er per bedrijf een plan waar de boer mee verder kan richting natuurinclusieve landbouw. Daarnaast ligt er een set van tools, waar ook elke andere boer mee aan de slag kan om de kansen voor zijn bedrijf voor natuurinclusieve landbouw scherp te krijgen en er concreet mee aan de slag te gaan.
Bij de monitoring en meten van de eerste resultaten worden studenten betrokken van Van Hall Larenstein. De plannen dragen bij aan het verbeteren van de biodiversiteit van dit gebied. Nieuwe kennis en ervaringen worden gedeeld via Fjildlab en de daarbinnen georganiseerde kennistafels.
Vanuit de Versnellingsagenda ontvangen Stichting Van Hall Larenstein en haar projectpartners een subsidie van €25.000,- voor de uitvoering van het project ‘Gebiedsgerichte kansen voor natuurinclusieve landbouw’.